Trilling- en geluidonderzoek

Binnen het kantoorgedeelte van een bedrijfspand in de provincie Groningen werd geluidhinder ondervonden vanwege een houtbewerkingsbedrijf dat in hetzelfde pand was gevestigd. Ons werd gevraagd de optredende geluidniveaus te meten en mogelijke (geluidsisolerende) maatregelen aan te geven.

Omdat in de praktijk vaak blijkt dat bij dit soort problematiek met name contactgeluid (= geluidoverdracht van gebouwdelen die door constructieve bindingen rechtstreeks in trilling worden gebracht) een belangrijke rol speelt, werd gekozen voor het tegelijkertijd uitvoeren van (contact)geluid- en trillingsmetingen. Het uitvoeren van trillingsmetingen heeft als voordeel dat de bepalende bron in veel gevallen makkelijker kan worden geïdentificeerd, omdat er een directe relatie is tussen de trillingssterkte en trillingsfrequentie van de bron en de sterkte en frequentie van het hinderlijke geluid. Om na te gaan in hoeverre luchtgeluid ook nog een rol speelde zijn tevens geluidreductiemetingen uitgevoerd met een ruisbron.

Uit de meetresultaten volgde duidelijk dat contactgeluid hier inderdaad de ‘boosdoener’ was. De gehele begane grondvloer van het pand bestond uit één doorgestorte betonvloer. Bij het in bedrijf zijn van de houtbewerkingsmachines werd de vloer in trilling gebracht, die op zijn beurt de (metselwerk)scheidingswand tussen bewerkingsruimte en het kantoorgedeelte mee liet trillen. Het geluidniveau binnen het kantoorgedeelte van het pand varieerde tussen 41 en 51 dB(A). Bij gebruik van een afkortzaag was het geluid daarbij ook nog eens tonaal van karakter (in dit geval een min of meer zuivere toon bij 500 Hz), waardoor het geluid als extra hinderlijk werd ervaren.

Om het geluidhinderprobleem op te lossen is in eerste instantie gekeken naar de mogelijkheden om de houtbewerkingsmachines trillingsgeïsoleerd op te stellen. Het rechtstreeks op trillingsisolatoren plaatsen van de machines heeft als voordeel dat de trillingsoverdracht richting de vloer effectief wordt gereduceerd, echter de machines zelf gaan wel harder trillen. Vanwege de vereiste zaagnauwkeurigheid c.q. de kwaliteit van het zaagproces bleek deze oplossing hier niet wenselijk. Een optie zou nog kunnen zijn om de machines op een betonfundatie te zetten, en vervolgens het fundatieblok trillingsgeïsoleerd op te stellen. Ook dit bleek praktisch niet uitvoerbaar in verband met de benodigde massa/grootte van de betonfundatie.

Uiteindelijk is geadviseerd de (op zand opgelegde) vloer van de bewerkingshal te ontkoppelen van de vloer (met scheidingswand) van het kantoorgedeelte. Deze maatregel was wel goed uit te voeren binnen het wensenpakket en de bedrijfsvoering van het houtbewerkingsbedrijf. De specifiek hiervoor uit te voeren werkzaamheden en te treffen voorzieningen als het doorzagen en verwijderen van vloerdelen, aanbrengen van een trillingdempende mat, opnieuw thermisch isoleren en het aanbrengen van een nieuwe (dek)vloer met benodigde kantstrook, zijn door ons aangegeven.

« Terug naar overzicht

Bewaren

Een vraag? Een probleem? Laat het ons weten, wij gaan de uitdaging aan:





    Fout: Contact formulier niet gevonden.